De staatssecretaris van Financiën heeft het Besluit kinderopvangtoeslag gewijzigd in verband met de indexatie per 1 januari 2025. De maximum uurprijzen voor het jaar 2025 zijn:

De kinderopvangtoeslag is een percentage van de maximum uurprijs van de opvang van het kind. De hoogte van de kinderopvangtoeslag daalt met het stijgen van het inkomen. Voor de toeslag voor de kosten van kinderopvang van het eerste kind geldt vanaf een bepaald inkomen een vaste voet van 33,3% van de maximum uurprijs. Dat inkomen wordt verhoogd van € 138.890 in 2024 naar € 159.225 in 2025.

In het Hoofdlijnenakkoord is afgesproken om de maximum uurprijzen voor de kinderopvangtoeslag eenmalig niet te indexeren in 2026. De maximum uurprijs is het hoogste tarief waarover ouders kinderopvangtoeslag krijgen. Omdat de Wet kinderopvang niet de mogelijkheid heeft om af te zien van indexatie is een wetswijziging nodig. Het wetsvoorstel waarin deze wijziging is opgenomen is op het internet gepubliceerd ter consultatie. Reageren kan via www.internetconsultatie.nl.

Volgens het kabinet zal de betaalbaarheid van kinderopvang in 2026 voor de meeste ouders naar verwachting toenemen, ondanks het niet-indexeren van de maximum uurprijs. In de aanloop naar een nieuw financieringsstelsel krijgen veel ouders een steeds groter deel van de kosten voor kinderopvang vergoed. In het nieuwe stelsel geldt voor iedereen een vergoeding van 96% van de maximum uurprijs. Huishoudens, die nu al recht hebben op het maximale vergoedingspercentage, zijn in 2026 netto meer kwijt voor kinderopvang wanneer kinderopvangorganisaties hun tarieven verhogen tot boven de maximum uurprijs.

De bedragen van de Algemene Kinderbijslagwet worden halfjaarlijks gewijzigd. Met ingang van 1 juli 2024 gelden de volgende bedragen:

De minister van SZW heeft een ontwerpbesluit met aanpassingen in de kinderopvangtoeslag voor internetconsultatie gepubliceerd. Het besluit past de toeslagpercentages, maximum uurprijzen en toetsingsinkomens van de kinderopvangtoeslag voor 2025 aan. Het definitieve besluit wordt uiterlijk in oktober gepubliceerd. De in dit besluit opgenomen aanpassing van de toeslagpercentages is niet definitief. De maximum uurprijzen en toetsingsinkomens worden geïndexeerd op basis van de geraamde loon- en prijsontwikkeling. Onderstaande tabel toont de ontwikkeling van de uurprijzen sinds 2023.

Ontwikkeling maximum uurprijzen

  2023 2024 2025
 Dagopvang  € 9,12  € 10,25  € 10,71
 Buitenschoolse opvang  € 7,85  € 9,12  € 9,52
 Gastouderopvang  € 6,85  € 7,53  € 8,10

 

De minister van SZW heeft in een brief aan de Tweede Kamer de extra verhoging van de maximum uurprijzen voor de kinderopvangtoeslag voor 2024 bekend gemaakt. De extra verhoging is de uitwerking van een door de Tweede Kamer aangenomen amendement op de begroting van het ministerie van SZW. Op 24 oktober is dit amendement door de Kamer aangenomen. De maximum uurprijs kinderopvang wordt met € 0,60 verhoogd tot € 10,25. De maximum uurprijs voor de buitenschoolse opvang gaat met € 0,82 omhoog naar € 9,12 en de maximum uurprijs voor gastouderopvang gaat met € 0,29 omhoog naar € 7,53.

Voor de extra verhoging op basis van het amendement moet het Besluit kinderopvangtoeslag worden gewijzigd. Een wijzigingsbesluit wordt met spoed opgesteld, maar zal niet eerder dan medio maart 2024 worden gepubliceerd.

De ministerraad heeft ingestemd met een voorstel van de minister van SZW om de vergoeding voor de kosten van kinderopvang in 2024 aan te passen. De maximumuurprijzen worden met 6,01% verhoogd. Voor dagopvang stijgt de maximumuurprijs naar € 9,65. Voor buitenschoolse opvang bedraagt de maximumuurprijs in 2024 € 8,30 en voor gastouderopvang € 7,24. Het voorstel wordt  voorgelegd aan de Eerste en Tweede Kamer.

De minister van SZW heeft bekend gemaakt dat de maximum uurprijzen, waarop de kinderopvangtoeslag is gebaseerd, voor 2023 extra worden verhoogd. Dat betekent dat per 1 januari 2023 de volgende maximum uurprijzen gelden:

  1. voor dagopvang € 9,12;
  2. voor buitenschoolse opvang € 7,85; en
  3. voor gastouderopvang € 6,85.

De extra verhoging hangt samen met de hoge inflatie in 2022.

Ouders en verzorgers van kinderen tot en met 17 jaar ontvangen kinderbijslag. De bedragen van de kinderbijslagbedrag zijn per 1 januari 2023 aangepast in lijn met de ontwikkeling van de consumentenprijs. De nieuwe bedragen zijn:

Leeftijd kind Bedrag per kind per kwartaal
 0 t/m 5 jaar (70%)  € 269,76
 6 t/m 11 jaar (85%)  € 327,56
 12 t/m 17 jaar (100%)  € 385,37

De minister van SZW heeft de per 1 juli 2022 geldende bedragen voor de kinderbijslag gepubliceerd. Het basisbedrag van de kinderbijslag wordt twee keer per jaar aangepast aan de ontwikkeling van het algemene prijsniveau. Dit gebeurt per 1 januari en per 1 juli.

Per 1 juli 2022 gelden de volgende bedragen:

Leeftijd kind Bedrag per kwartaal
 jonger dan 6 jaar  € 249,31
 6 tot 12 jaar  € 302,74
 12 tot 18 jaar  € 356,16

De minister van SZW en de staatssecretaris van Financiën hebben een ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag aan de Tweede Kamer voorgelegd. De wijzigingen bestaan uit de indexatie van de toetsingsinkomens en de maximum uurprijzen, het loslaten van de koppeling gewerkte uren en de bekostiging van de intensivering van toezicht en handhaving in de gastouderopvang. Volgens het ontwerpbesluit gelden per 1 januari 2023 de volgende maximum uurprijzen:

  1. voor dagopvang € 8,97;
  2. voor buitenschoolse opvang € 7,72; en
  3. voor gastouderopvang € 6,73.

De koppeling gewerkte uren bepaalt de verhouding tussen het aantal uren kinderopvangtoeslag waar ouders aanspraak op maken en het aantal gewerkte uren van de minst werkende ouder. In het coalitieakkoord is afgesproken deze koppeling te laten vervallen. Ouders hebben met ingang van 2023 recht op maximaal 230 uren kinderopvangtoeslag per maand waarin zij werken.

De intensivering van het toezicht op de gastouderopvang wordt gefinancierd uit een verlaging van de maximum uurprijs voor de gastouderopvang in 2023 met € 0,15.