Belastingrente wordt in beginsel berekend wanneer de aanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting op of na 1 juli van het volgende jaar wordt opgelegd. Ondernemers kunnen belastingrente voorkomen door vóór 1 mei om een (aanvullende) voorlopige aanslag te verzoeken of vóór 1 april aangifte te doen over het voorgaande kalenderjaar.
Voor het privégebruik van een auto van de zaak moet een bijtelling bij het loon van de werknemer worden gedaan. De standaardbijtelling bedraagt 22% van de catalogusprijs van de auto. Voor auto’s die voor 2017 zijn aangeschaft of geleaset gelden andere percentages. Lagere bijtellingen gelden gedurende 60 maanden. Daarna geldt de standaardbijtelling. Voor auto’s van voor 2017 bedraagt de standaardbijtelling niet 22 maar 25%.
Voor een in 2022 aangeschafte nieuwe elektrische auto bedraagt de bijtelling 16% over de eerste € 35.000 van de catalogusprijs. Voor het meerdere geldt de reguliere bijtelling van 22%. Per 1 januari 2023 bedraagt de bijtelling voor nieuwe elektrische auto’s 16% over de eerste € 30.000 en 22% over het meerdere. Deze bijtellingspercentages gelden voor in het kalenderjaar nieuw aangeschafte auto’s en gelden gedurende 60 maanden. Overweegt u een elektrische auto, investeer of lease dan nog in 2022 om het voordeel van de lagere bijtelling gedurende 60 maanden te hebben.
Omdat de verlaagde bijtelling voor een periode van 60 maanden vanaf de datum waarop de auto op kenteken is gezet geldt, kunt u overwegen om een jonge gebruikte elektrische auto, liefst van voor 2019, aan te schaffen. U profiteert dan niet van de verlaagde bijtelling over de volle 60 maanden, maar slechts over de resterende maanden.
Uitgangspunt van de wkr is dat alle vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers loon vormen, ook als het gaat om kosten die 100% zakelijk zijn. Er is een vrije ruimte waarbinnen vergoedingen en verstrekkingen belastingvrij gegeven kunnen worden. De vrije ruimte bedraagt in 2022 1,7% over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom en 1,18% over het meerdere.
Let op! In verband met de energiecrisis is voorgesteld om de vrije ruimte in 2023 over de eerste € 400.000 van de loonsom te verhogen naar 3%. Met ingang van 2024 geldt een vrije ruimte van 1,92% over de eerste € 400.000. Maak van deze extra vrije ruimte gebruik!
Is het totale bedrag aan vergoedingen en verstrekkingen aan uw werknemer hoger dan de vrije ruimte, dan moet u over het meerdere een zogenaamde eindheffing van 80% betalen. Bonussen en eindejaarsuitkeringen zijn doorgaans bruto. Wellicht kunt u deze uitkeringen geheel of gedeeltelijk belastingvrij doen, bijvoorbeeld in de vorm van een vergoeding voor reiskosten. Mogelijk hebt u nog een deel van de vrije ruimte over om bonussen belastingvrij uit te betalen.
Voor bepaalde vergoedingen en verstrekkingen gelden aparte vrijstellingen, die niet ten laste komen van de vrije ruimte. Wanneer de vergoeding hoger is dan de daarvoor geldende norm, dan is het deel boven de norm belastbaar loon van de werknemer. Er zijn ook verstrekkingen die op nihil worden gewaardeerd. Daarvoor hoeft dus geen bedrag bij het loon geteld te worden.
Met ingang van 2022 is een gerichte vrijstelling voor de vergoeding van kosten van thuiswerken opgenomen in de wet. Vergoedingen tot een bedrag van € 2 per thuisgewerkte dag of gedeelte daarvan zijn vrijgesteld. Voor een werkdag kan niet zowel de vrijstelling voor een thuiswerkvergoeding als de vrijstelling voor een vergoeding voor kosten van woon-werkverkeer worden toegepast. Wel kan op een thuiswerkdag een vergoeding voor een dienstreis worden toegekend. Op basis van de verhouding thuiswerkdagen en werkdagen op de vaste
werkplek kan een combinatie van thuiswerk- en reiskostenvergoeding worden gegeven. In 2023 gaat deze gerichte vrijstelling naar € 2,13 per thuisgewerkte dag.
De Vennootschapsbelasting kent twee tarieven. Het lage tarief stijgt in 2023 fors, terwijl het deel van de winst waarover dit verschuldigd is daalt. Het kan daarom aantrekkelijk zijn om winsten nog in 2022 te laten vallen en verliezen uit te stellen tot 2023. Het hoge tarief is verschuldigd over de winst voor zover deze uitgaat boven de eerste tariefschijf.
2022 | 2023 | |
---|---|---|
Laag tarief | 15% | 19% |
Hoog tarief | 25,8% | 25,8% |
Einde eerste tariefschijf | € 395.000 | € 200.000 |
Controleer voor het afsluiten van de loonadministratie over dit boekjaar onderstaande punten:
Hebt u werknemers in dienst die ouder zijn dan 56 jaar? Of werknemers die (deels) arbeidsongeschikt of werkloos zijn? Dan hebt u mogelijk recht op een loonkostenvoordeel.
Er ligt een wetsvoorstel om het doorschuiven van de belastingclaim op aanmerkelijkbelangaandelen bij schenking daarvan af te schaffen per 1 januari 2023. Als u overweegt om aandelen in een bv, die een onderneming drijft, te schenken kan het voordelig zijn dit nog in 2022 te doen.
De dga en zijn partner zijn wettelijk verplicht om voor hun werk voor de bv ten minste een gebruikelijk loon te ontvangen. Het gebruikelijk loon is in 2022 het hoogste van de volgende bedragen:
De bv mag aannemelijk maken dat het salaris van de dga lager moet zijn. De zogenaamde doelmatigheidsmarge, waardoor het loon 25% lager mag zijn dan het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking, vervalt in 2023. Dat betekent in veel gevallen een verhoging van het gebruikelijk loon. Het verdient aanbeveling om te zorgen voor een onderbouwing van het loon van de dga, zowel in 2022 als in 2023.
Let op! De verplichting om ten minste een gebruikelijk loon te betalen geldt voor iedere bv waarin u of uw partner een aanmerkelijk belang heeft en waarvoor u werkzaamheden verricht.
Ondernemers, die hun btw-aangifte over 2022 willen corrigeren of die een balanspost btw willen aangeven, kunnen berekening van belastingrente voorkomen door dit vóór 1 april 2023 te doen. Voor een suppletieaangifte moet u gebruik maken van een speciaal formulier op de website van de Belastingdienst. Bedragen van minder dan € 1.000 kunnen in de eerstvolgende reguliere aangifte omzetbelasting worden verwerkt.
Bij de aangifte over het laatste tijdvak van 2022 moet u btw afdragen over het privégebruik van zaken die tot de onderneming behoren. Voor het privégebruik van de auto kunt u gebruikmaken van een forfaitaire regeling. U draagt bij de aangifte over het laatste tijdvak van het jaar 2,7% van de catalogusprijs van de auto af. In plaats van de forfaitaire regeling kunt u btw afdragen over het werkelijke privégebruik. Dit kan voordeliger zijn. Voor een auto, die inclusief het jaar van ingebruikname vijf jaar in de onderneming is gebruikt, geldt een forfait van 1,5%. Heeft u bij de aankoop van de auto geen btw in aftrek gebracht, dan mag u voor de berekening van het privégebruik altijd uitgaan van het lagere forfait.
De btw op bedrijfsmiddelen komt in aftrek naar gelang van de mate waarin u de bedrijfsmiddelen voor btw-belaste prestaties gebruikt. Heeft u de btw op bedrijfsmiddelen in het verleden geheel of gedeeltelijk in aftrek gebracht, dan moet de aftrek worden herzien als de mate van gebruik voor belaste prestaties is veranderd. Voor onroerende zaken is de herzieningstermijn negen jaar, volgend op het jaar waarin u de zaak bent gaan gebruiken. Voor roerende zaken, waarop wordt afgeschreven, bedraagt de herzieningstermijn vier jaar, volgend op het jaar van ingebruikname. De herziening verwerkt u in de laatste aangifte van het jaar.